Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (WNRA)
- Gegevens
Jij als ambtenaar krijgt per 1 januari 2020 zoveel mogelijk dezelfde rechten als de werknemer in het bedrijfsleven. Dat staat in de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra). Door deze wet krijg jij straks een nieuwe rechtspositie maar daarin staan wel dezelfde arbeidsvoorwaarden als nu.
Dat klinkt vreemd.
Wil je meer weten? Klik hier.
- Gegevens
Dat betekent dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Koning de wet gaan ondertekenen. De wet wordt binnenkort bekendgemaakt door publicatie in het Staatsblad en zal naar verwachting per 1 januari 2020 in werking treden. Tot die datum zal de minister van BZK in samenwerking met anderen dit voorbereiden door wetten en regels aan te passen, in overleg met vakbonden een echte cao voor rijksambtenaren te gaan sluiten, medewerkers op te leiden en nog veel meer. Het proces hiervoor wordt samen met de departementen ingericht en uitgevoerd om er voor te zorgen dat alles tijdig gereed is.
- Gegevens
De Centrales van Overheidspersoneel zijn het niet eens met de zienswijze van de kortgedingrechter en hebben turbo-spoedappel ingesteld bij het gerechtshof in Den Haag met betrekking tot het wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren. De zitting zal op maandag 12 december 2016 a.s. plaatsvinden.
De Eerste Kamer is op 8 november akkoord gegaan met het wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren. Dit betekent dat de rechtspositie van de meeste ambtenaren (rechters, officieren van justitie, werknemers bij politie en defensie uitgezonderd) wordt gelijkgetrokken met die van werknemers in de marktsector.
Hoe erg is dat?
Daarover verschillen de meningen. Wel is iedereen het erover eens dat het veel tijd en geld gaat kosten. De juridische omzetting van ambtenarenrecht naar arbeidsrecht, zal jaren gaan duren. Er komt geen einde aan het eigen karakter van het werken voor de overheid. Zo blijven de integriteitsregels – die alleen gelden voor overheidsmedewerkers en niet in de markt – gehandhaafd.
Wat zijn de gevolgen van dit wetsvoorstel voor medewerkers?
Qua arbeidsvoorwaarden zijn er voor de huidige medewerkers naar verwachting geen grote gevolgen. De huidige rechten zullen worden overgenomen in zgn. overgangsrechten. Het betekent wel dat we als vakbonden heel veel tijd kwijt kunnen zijn aan deze omzetting; tijd die we liever besteden aan het verbeteren van jullie arbeidsvoorwaarden.
Kort geding
De rechter in Den Haag heeft op donderdag 17 november uitspraak in het kort geding dat de Samenwerkende Centrales Overheidspersoneel (SCO) hadden aangespannen tegen minister Plasterk van Binnenlandse Zaken, die de wet moet bekrachtigen. De bonden eisten begin november op basis van de zogeheten ROP-regeling ‘open en reëel overleg’ met de minister over de consequenties van de wet voor de rechtspositie van ambtenaren. Als de rechter de bonden in het gelijk stelt, betekent dat opnieuw vertraging voor het wetsvoorstel. Plasterk kan het wetsvoorstel dan pas bekrachtigen als dat overleg plaatsgevonden heeft. De kortgeding rechter heeft de Centrales van Overheidspersoneel in het ongelijk gesteld vanwege het punt dat er alleen dan overleg tussen de Minister en Centrales van Overheidspersoneel moet worden gevoerd indien het gaat om kabinetsvoorstellen. Nu het wetsvoorstel een initiatief is van de Tweede Kamer is deze overlegverplichting volgens de rechter niet aan de orde. De Centrales van Overheidspersoneel zijn het niet eens met deze zienswijze.
Met het aannemen van de wet komt een einde aan een langdurend debat. Het wetsvoorstel werd in november 2010 al ingediend. De verwachting is dat Plasterk en zijn opvolger de komende jaren druk zijn met het opstelling van invoeringswetgeving. Meer dan 100 andere wetten moeten worden aangepast.
- Gegevens
De plenaire behandeling door de Eerste Kamer begon op 22 september 2015 met een eerste termijn van de kant van de Kamer.
Zowel VVD als PvdA in de Eerste Kamer uiten felle kritiek op een initiatiefwet waarmee de meeste ambtenaren en werknemers in de marktsector in grote lijnen dezelfde rechtspositie krijgen. Omdat een van beide partijen nodig is voor een meerderheid, is de toekomst van het voorstel ongewis.
De beantwoording door de initiatiefnemers en de minister van BZK zou plaatsvinden op 10 november 2015. Dit is echter tot nader order uitgesteld.
Geïnteresseerden in de volledige bespreking van 22/9/2015: zie hier behandeling (Verslag EK 2015/2016, nr.7)
Pagina 1 van 2